header 1920x550

Wat belemmert een dialoog?

Gurvinder Singh

Bangalore Education Centre,
Bengaluru, India

In de context van een Krishnamurti Studie Centrum worden vaak kleine groeps- en werkgroepdialogen georganiseerd om mensen samen te brengen om belangrijke levensvragen te onderzoeken. Een dialoog verschilt van een debat of discussie. Een dialoog wil geen specifiek doel bereiken of een meningsverschil winnen door anderen te overtuigen en te overreden. In plaats daarvan is het de bedoeling van deze dialogen om de vragen van het dagelijkse leven te onderzoeken. In een dialoog is men bereid de eigen overtuigingen en aannames te onderzoeken. Vaak zijn deze dialogen een uitdaging – men moet de aard van de uitdaging onderzoeken en wat het stromen van de dialoog als een rivier tussen vrienden in de weg staat.

Dit artikel onderzoekt een aantal struikelblokken bij het voeren van dialogen in zowel Krishnamurti Scholen en Studie Centra als in andere bijeenkomsten waarin een poging tot dialoog gedaan wordt. Er gaat veel tijd en energie zitten in het organiseren van zo'n dialoog – dit artikel onderzoekt sommige van de overwegingen om dialogen in dit soort settings te organiseren. Het vergt een enorme zorgvuldigheid en bedachtzaamheid, zowel het faciliteren van een dialoog als het deelnemen eraan. Dit artikel onderzoekt factoren die een dialoog kunnen bemoeilijken.

De bedoeling van dialoog

De bedoeling is een omgeving te creëren waarin ontvankelijke personen zaken die ieder van ons aangaan opnieuw kunnen onderzoeken zodat het onderzoek niet als een academische oefening wordt uitgevoerd maar om dieper in te gaan op levensvragen ten einde inzicht te verwerven. Men zal ontdekken dat de meesten van ons niet in staat zijn fundamentele vragen te stellen en bij de vraag te blijven. Bijvoorbeeld: “Is er een psychologische evolutie?” Is het mogelijk een vraag te stellen en daarop in te gaan met zo’n nauwlettende zorgvuldigheid dat het antwoord uit de vraag zelf voortkomt?

Zoeken naar een resultaat belemmert dialoog. Bijvoorbeeld, als iemand een goede relatie wil met zijn tiener zoon of dochter en hij komt met verwachtingen naar de dialoog, dan zou dit het leren zelf verhinderen omdat hij de hele tijd bezig zou zijn met hoe hij dat wat zich in de dialoog afspeelt zou kunnen toepassen in deze specifieke relatie. De bedoeling van de dialoog is daarentegen om bij ons zelf te ontdekken hoe onze eigen geest in eerste instantie bijdraagt aan het conflict in de relatie.

De oplossing van het probleem in een relatie wordt niet bereikt door het willen krijgen van tips en adviezen van anderen, maar door het leren kennen van het denkproces en het doorzien van de illusies en misleidingen van de geest. Een doelgerichte benadering voorkomt het leren kennen van de processen van de geest omdat men gemakkelijk tevreden is met kant-en-klare antwoorden.

De ‘facilitator’ behoort de bedoeling van de dialoog voor de aanvang ervan duidelijk te maken. Dialoog gaat niet over een stel concepten of theorieën. Het heeft alles te maken met ons dagelijks leven en met de situatie van de wereld waarin wij samenleven. Zelfonderzoek en dialoog zijn geworteld in het feit dat we werkelijk samen kunnen onderzoeken en waarheden kunnen ontdekken die ons tot nu toe ontgingen. Een essentieel aspect van dialoog is om conclusies heel licht te houden zodat de geest in een staat van leren en observeren blijft en, als gevolg daarvan, in een ruimte waarin inzicht kan ontstaan. De belangrijkste verantwoordelijkheid van de ‘facilitator’ is om zelf over deze kwaliteit te beschikken en daardoor in staat te zijn om de toegang hiertoe voor anderen te vergemakkelijken.
De vorm van dialoog

Een aantal vormen waarin dialoog kan worden georganiseerd, worden hieronder genoemd:

. Dialoog onder vrienden: hierbij komen individuen die het ernst is de bestaande menselijke omstandigheden te onderzoeken bijeen om te graven in de aard van de menselijke geest.

. Dialoog uitgaande van een tekst met een thema: een tekst van de voordrachten van Krishnamurti wordt gezamenlijk gelezen en de dialoog gaat over de vragen die in de tekst worden gesteld.

. Dialoog met een panel dat al goed bekend is met het proces van dialoog: In deze opzet kunnen twee of meer personen worden uitgenodigd een thema te bespreken. De panelleden hebben een dialoog onder elkaar en de deelnemers stellen hen dan vragen.

. Dialoog met een ‘facilitator’: In deze vorm is één persoon aangemerkt als een ‘facilitator’ die een onderwerp aan de orde stelt, het een paar minuten toelicht en dan de groep uitnodigt voor discussie. De meeste communicatie zal plaats vinden tussen de ‘facilitator’ en de deelnemers. Dit kan resulteren in een vraag en antwoord sessie.

De rol van de ‘facilitator’

Een ‘facilitator’ is nodig bij al deze vormen van dialoog. De ‘facilitator’ is de persoon die ervoor zorgt dat het proces van dialoog makkelijk verloopt. Hij of zij is geen autoriteit die het dialoogproces controleert, maar is erg voorzichtig om, tijdens het proces van faciliteren’, niet het centrum van de dialoog te worden en de dialoog in een vooraf vastgestelde richting te sturen.

Het is noodzakelijk erop te wijzen dat de rol van de ‘facilitator’ niet kan worden gedefinieerd in termen van wat hij of zij wel en niet moet doen. Het enige dat nodig is, is gewaar zijn van wat er op dat moment gaande is en het feit onderkennen dat de problemen die opkomen in de loop van de dialoog het product zijn van de manier waarop wij allen denken. Om die reden kan men niet zeggen dat een bepaald persoon iets fout zegt. Het is beter dat de onderliggende oorzaak van het probleem in de dialoog kan worden besproken zodat het duidelijk wordt hoe onze gewoonten en opstelling het communicatieproces hinderen. Wanneer de ‘facilitator’ een patroon ziet opduiken dat dialoog verhindert, mag hij of zij dit vriendelijk aan de orde stellen.

Het kan zijn dat sommige deelnemers slechts rustig zitten te luisteren naar wat wordt gezegd. Misschien voelen zij zich onzeker. De ‘facilitator’ kan deze personen dan aanmoedigen hun gedachten uit te speken. Dialoog zonder een ‘facilitator’ is een uit-daging. Wanneer een van de deelnemers een gebrek aan autoriteit ervaart, zou deze de anderen kunnen gaan vertellen wat zij wel en niet moeten doen. Hij of zij kan regels gaan opleggen op basis van zijn of haar eigen oordelen en conclusies. Andere deelnemers kunnen daar aanstoot aan nemen. Vandaar dat de deelnemers zelf alert moeten zijn op het ontstaan van zo’n situatie en vriendelijk aangeven wat er gaande is.

Door volledig gewaar te zijn van wat er gaande is kan de ‘facilitator’ ervoor zorgen dat de dialoog uit blijft gaan van het afgesproken hoofdthema. Hij of zij is zich er ook van bewust dat zijn of haar interventie de deelnemers niet ontmoedigt om te onderzoeken. De ‘facilitator’ kan een cruciale rol spelen bij het vermijden van de verschillende valkuilen zoals hier besproken zijn.

Dialoog is niet slechts een intellectuele activiteit

Mensen die dialoog intellectueel gezien stimulerend vinden moeten zich bewust zijn van ‘wat belemmert een dialoog?’ Dialoog biedt een unieke gelegenheid om gelijktijdig met de eigen gedachte-gevoelens bezig te zijn. De geest wil niet met ongemakkelijke gevoelens in contact blijven, en heeft een sterke neiging om af te drijven naar intellectualiseren. Meestal zijn de deelnemers verknocht aan bepaalde ideeën, meningen en overtuigingen en discussiëren zij vanuit hun respectievelijke standpunten. De ‘facilitator’ kan de deelnemers helpen zich te realiseren dat hun kennis, overtuigingen, vooroordelen, ideeën en meningen ons verdelen en dat we de vraagstukken van het leven met een frisse en objectieve geest moeten onderzoeken. In de dialoog hoeven de deelnemers helemaal niet te proberen elkaar van iets te overtuigen. De geest moet zich daarentegen in een staat van onderzoeken en begrijpen bevinden.

In dialoog is het voor de deelnemers absoluut noodzakelijk om een onderscheid te maken tussen de kunst van het zien en het denken in concepten. Het denken in concepten is het proces van het vormen van ideeën. Bij een dialoog bestaat de neiging om uitspraken op te pakken die resoneren met ideeën die men zelf al heeft gevormd. Het probleem is dat de persoon de uitspraken vaak ‘labelt’ als juist of onjuist en dat dit proces van 'labelling' ons verhindert de waarheid omtrent het onderwerp te ontdekken.

De neiging kan bestaan om een vraag die tijdens de dialoog wordt gesteld snel te beantwoorden, zonder goed te luisteren naar wat de ander heeft gezegd. Het innerlijke conceptuele commentaar dat zich afspeelt in de vorm van oordelen en interpretatie van wat de ander zegt, voorkomt ook dat we luisteren. Een antwoord geven houdt in dat we zo volledig luisteren naar en aanwezig zijn bij wat de ander zegt. dat we niet alleen de woorden horen maar ook dat wat zich achter de woorden bevindt.

We kunnen alleen naar elkaar luisteren en onze eigen reactie observeren wanneer er volledige aandacht is. Aandacht houdt genegenheid in. Dialoog die geworteld is in genegenheid is wezenlijk verschillend van de intellectuele dialoog. We kunnen alleen maar naar elkaar luisteren zonder een muur van vooroordelen ertussen, zonder een muur van weerstand en zonder een muur van ideeën, meningen, oordelen en conclusies.

Onderzoek zonder kader

Er bestaat een bepaalde onderzoekskunst, een vorm van observeren, en dingen verwoorden vanuit die observatie. Uit ervaring weten we dat dit het grootste deel van de tijd niet plaats vindt. Zelden pakken we een vraag op en onderzoeken deze gezamenlijk. Academici hebben een groot probleem met dialogen omdat zij een theoretisch kader hebben waarbinnen zij met elkaar in gesprek zijn. Het kader verschaft hen de duiding en richting. Zij zijn niet in staat te onderzoeken zonder dit kader. Zie daar het probleem bij een dialoog. Bij een dialoog bestaat er geen kader waarbinnen men onderzoek doet. De geest is te weids en te gecompliceerd om in een kader te passen. Denken heeft de neiging om op de waarneming vooruit te lopen. Dit gebeurt in de vorm van projectie of speculatie. Als gevolg hiervan is het zien niet langer meer nauwkeurig.

Tweedehands uitspraken

Anderen citeren leidt af van dialoog. Het citeren van Krishnamurti kan iemand een misplaatst gevoel van zelfvertrouwen geven en een gevoel van autoriteit bij wat hij zegt. Bij veel gelegenheden worden woorden niet nauwkeurig geciteerd vanwege een te groot vertrouwen op het geheugen, of de citaten worden verkeerd geïnterpreteerd om iemands eigen gezichtspunt over te brengen.

Het meest storende aspect is het vertellen van anekdotes over Krishnamurti en het toevoegen van de eigen verbeelding ten einde ‘punten te scoren’ gedurende het gesprek. De anekdotes zijn niet relevant voor het onderwerp dat op dat moment besproken wordt. Het zelfde geldt voor citaten en anekdotes van religieuze en geestelijke leiders of ze nou leven of dood zijn. We moeten heel zorgvuldig zijn en niet afgeleid worden door ideeën die we al gevormd hebben.

Identificatie met herinneringen verhindert dialoog

Als deelnemer moet men zich ervan bewust zijn dat woorden en uitspraken herin-neringen oproepen door middel van associaties. Opgewonden raken door reacties en associaties in ons geheugen belemmert het luisteren. Reacties die voortkomen uit oude herinneringen leiden ons af van het voeren van de dialoog. Het woord ‘woede’ kan de herinnering boven halen aan zelf boos worden, en aan het verhaal achter het verlies van zelfcontrole. Men moet zich bewust zijn of de eigen verbale uitingen in een dialoog voortkomen uit het geheugen of uit het direct zien van het functioneren van de geest.
Observatie van jezelf is de sleutel tot leren

Dialoog is potentieel in staat om de deur naar een ruimere manier van leren te openen en om een subtiele verandering teweeg te brengen die leidt naar helderheid van waarneming. Het proces van dialoog kan het gedachtegoed in de context van het eigen leven verduidelijken. Dialoog kan de beperkingen en tegenstellingen van iemand’s eigen manier van denken laten zien. Het observeren van jezelf is de sleutel tot het hebben van een dialoog. Dit houdt in dat de deelnemers bezig zijn met het observeren van gedachten en gevoelens wanneer deze zich aandienen. Het is op dat moment dat er een mogelijkheid ontstaat van beweging in jezelf.

In ons dagelijks leven moeten we ons bewust zijn van het functioneren van onze eigen geest en van onze antwoorden en reacties op de verschillende uitdagingen die we tegenkomen. We moeten ook onze zintuigen gebruiken om de natuur waar te nemen en ons bewust te zijn van de directe omgeving waarin wij leven. Kort voor zijn dood in 1992, zei David Bohm, in een gesprek over de grillen van dialoog, “Ik denk dat mensen voor zichzelf niet voldoende werk verrichten, los van de dialooggroepen.” Wat hier geopperd wordt is dat de persoon zich bezig houdt met zelfstudie, los van het deelnemen aan dialoog groepen. Dit kan in de vorm zijn van het opschrijven van zijn of haar eigen gedachten, wanneer deze opkomen, dat men boeken leest en naar audio opnamen luistert en video’s van de ‘talks’ en dialogen van Krishnamurti bekijkt.

Wanneer we overwegen wat het is dat dialoog verhindert, worden we alert op de innerlijke beweging van het denken en op de uiterlijke beweging van de conversatie onder de deelnemers. Er wordt niet geprobeerd de dialoog te controleren of in een bepaalde richting te sturen. De alertheid kent zijn eigen beweging en de uitkomst van de dialoog is onbekend. Door alert gewaar zijn en aandachtigheid leren de deelnemers aan de dialoog de kunst van luisteren, de kunst van observeren en de kunst van leren. Leren is het resultaat van het observeren van dingen zoals ze op dat moment werkelijk zijn.

G. Singh. What prevents Dialogue?, Journal of the Krishnamurti Schools, Krishnamurti Foundation India, no. 21, January 2017, blz. 79-84

Vertaling: Simon Dermijn